Samen de juiste balans vinden
Iedere dag staan onze collega’s klaar voor onze cliënten. Hun welzijn staat te allen tijde voorop. Ze delen de kennis onderling en werken samen. Een mooi voorbeeld is de onderlinge samenwerking tussen Pieters Behandel Praktijk en het ontmoetingscentrum. Willemijn Kooij, ergotherapeut bij Pieters Behandel Praktijk in Delft, en Martine Boom, medewerker bij Ontmoetingscentrum Vermeertoren in Delft, vertellen er meer over.
Willemijn: ‘Ik werk inmiddels zo’n zestien jaar bij Pieter van Foreest. Ik ben begonnen op de Revalidatie & Herstel afdeling en werk inmiddels zo’n zeven jaar in de wijk. Ik kom voornamelijk bij de mensen die thuis wonen.’ Martine werkt circa vijf jaar in Ontmoetingscentrum Vermeertoren en staat voornamelijk op de huiskamers Rembrandt en Mondriaan. Door de korte lijnen was het mogelijk dat de heer Kirsten, een cliënt van Willemijn, snel bij Ontmoetingscentrum Vermeertoren terecht kon.
Met beide handen mogelijkheden aangrijpen
Willemijn: ‘Wij krijgen van de huisarts of de poligeriatrie van het Reinier de Graaf Gasthuis een verwijsbrief om bij een cliënt thuis langs te gaan. Het kan zijn dat er een vermoeden van dementie is, zoals in dit geval, en degene dan passief wordt. Er verandert veel voor de persoon zelf, maar ook voor de naaste als mantelzorger, waardoor hij/zij overbelast kan raken. Als ergotherapeut ga ik dan langs om te kijken wat we kunnen betekenen. We kijken onder andere naar het handelingsniveau van de persoon zelf. Wellicht kan hij/zij meer vaardigheden leren.’
‘Bij de heer Kirsten stond op de verwijsbrief specifiek Edomah,’ vervolgt Willemijn. ‘Dat houdt ergotherapie voor thuiswonende ouderen met dementie en diens mantelzorger in. Als die hulpvraag er is dan stel ik altijd een gesprek voor met de cliënt en een apart gesprek met de mantelzorger. Dat heb ik ook bij de heer en mevrouw Kirsten gedaan. Toen kwam ik er snel achter dat, naast de kleine hulpvragen zoals in- en uit bed stappen, ze heel tevreden zijn. Alleen de echtgenote dreigde overbelast te raken en zij wist nog niet de weg om de juiste hulp te vragen. Toen is het balletje gaan rollen en is het ontmoetingscentrum ter sprake gekomen. De dagen dat haar echtgenoot naar het ontmoetingscentrum gaat, ontlasten haar, dan kan ze bijkomen en heeft ze even tijd voor zichzelf en eventuele activiteiten. Ze greep dat eigenlijk meteen met beide handen aan. Ik heb toen contact opgenomen met Ontmoetingscentrum Vermeertoren en de collega’s daar hebben het meteen overgenomen.’
Zoveel mogelijk zelf blijven doen
Martine: ‘Er volgt altijd een intakegesprek. Binnen een week zijn de heer en mevrouw Kirsten, samen met hun zoon, kennis komen maken en ze stonden er meteen voor open. We hebben verteld dat hij actief kan deelnemen aan de activiteiten van de dag die het cognitieve en fysieke vermogen activeren. Hij had daar direct oren naar. Hij is begonnen met twee dagen en komt inmiddels een extra dag bij ons. De heer Kirsten is een krachtige man, heeft veel te vertellen en geeft aan dat hij hier graag is. Helaas kan hij niet meer alles wat hij vroeger kan en geeft hij aan dat hij zich hier heel graag wil verbeteren. Een mooie eigenschap. Hij wil de dingen graag zoveel mogelijk zelf blijven doen. Dat is voor zijn eigenwaarde heel belangrijk. De hang naar vroeger is er en dat is best lastig voor alle partijen. Je moet wel reëel zijn en daar heel open en eerlijk in zijn en kijken naar wat hij nog kan en ook graag wil doen.’
Wanneer een cliënt een ontmoetingscentrum bezoekt merken de collega’s daar andere dingen op dan Willemijn als ergotherapeut bij de cliënten thuis. Door met elkaar van gedachten te wisselen weten ze waar ze op kunnen letten en wat ze kunnen terugkoppelen aan de naaste, zodat de juiste balans weer gevonden kan worden. Willemijn: ‘Als ik een terugkoppeling krijg, kan ik dit meenemen en bespreken met de mantelzorger. Door het gesprek met hen aan te gaan, merk ik vaak dat het een eyeopener voor de naaste is. Wat we willen is met elkaar de juiste balans te vinden, kijken wat mogelijk is, zodat het voor iedereen goed vol te houden is en de cliënt lang mogelijk thuis kan blijven wonen, zonder dat de mantelzorger overbelast raakt.’
Zinvolle en waardevolle besteding
De heer Kirsten schuift inmiddels aan. Op de vraag hoe hij het in het ontmoetingscentrum vindt, antwoordt hij meteen: ‘ Ik vind de regelmaat fijn! Ik heb het erg naar mijn zin en ze zijn hier heel begripvol. Ik kom hier met veel plezier en vindt het hier fijn. Iedereen is gelijkwaardig. Het fietsen op de duofiets vind ik heerlijk. Ik heb tien jaar geleden mijn fiets weggedaan, omdat het verkeer zo druk is geworden en ik het zelf niet meer verantwoord vond. Ik deed thuis niks en dat wil ik niet.’ ‘De heer Kirsten beweegt hier ook ontzettend veel,’ zegt Martine. ‘Hij vindt het heerlijk om op de duofiets te gaan. De eerste keer dat hij samen met een vrijwilliger op pad ging en terugkwam was zijn eerste reactie “dit gevoel heb ik al jaren niet meer gehad.”’ Willemijn: ‘Die activatie/beweging is zo belangrijk. Dat geeft invulling aan een voor hem zinvolle en waardevolle dag. Als ergotherapeuten kijken we wat iemand drijft om nog te doen, wat is betekenisvol? En dan zie je dat het thuis wat lastiger is/wordt. Zo fijn dat iemand dan naar het ontmoetingscentrum kan gaan. Voor mij als ergotherapeut is het ook prettig om te zien dat het ontmoetingscentrum voor iemand een meerwaarde heeft. ’
Elkaar weten te vinden
Martine: ‘Wij kijken bij de bezoeker waar er nog winst valt te behalen. Daarvoor is de samenwerking ook belangrijk met de collega’s vanuit de andere divisies van Pieter van Foreest. Wij hebben onder andere ook contact met de casemanagers en de verpleging. We willen ook meer netwerken onderling, het is belangrijk dat we elkaar weten te vinden. Dat kan zeker een aanvulling zijn voor de cliënt en diens naaste.’
Willemijn: ‘Zo hebben we bezoeker in een ander ontmoetingscentrum die eigenlijk niet meer dan één dag wil komen, terwijl het voor de mantelzorger beter zou zijn als er nog een dagdeel bijkomt. Als ergotherapeut bespreek ik dan de mogelijkheden met de collega’s van het ontmoetingscentrum waarbij het belangrijk is dat de bezoeker inziet dat het goed is voor zijn mantelzorger dat hij nog een extra dag naar het ontmoetingscentrum komt. Dan kan de mantelzorger het langer volhouden en kan hij langer thuis blijven wonen wat hij ook graag wil. Het komt van twee kanten.’
‘We rapporteren allemaal in hetzelfde dossier en ik ga ook wel eens langs bij het ontmoetingscentrum als daar een cliënt zit. Dan bespreek ik hoe het hoe het gaat,’ vervolgt Willemijn. Martine knikt. ‘We gaan ook kijken of we meer bij elkaar kunnen komen om het één en ander te bespreken. Het is belangrijk dat we elkaar weten te vinden en kunnen meedenken met elkaar. De cliënten hebben het ook echt nodig dat we samen optrekken. Dan kunnen we ook weer eventueel richting huisartsen meenemen. Je kunt echt het verschil maken als je het met elkaar doet.’